Voor de Brusselaars die dagelijks de Tervurenlaan passeren, is het Stocletpaleis geen nobele onbekende. Je hoeft maar één blik op deze art deco-partel te werpen om erdoor geïntrigeerd te raken. Toch blijft het Brusselse gebouw gehuld in een waas van mysterie. Hoog tijd om op ontdekkingstocht te gaan!
Verstokt aan het Stocletpaleis
De façade van het Stocletpaleis deed de Brusselaars aan het begin van de 20e eeuw volop speculeren en verward in de haren krabben, want wat vanaf de straatkant zichtbaar is, vormt eigenlijk de achterkant van het huis. Bij de bouw ging het gerucht dat het paleis de straat “de rug toekeert”, omdat de eigenaar zich niet kon vinden in het stedelijk beleid van Leopold III, de Koning-Bouwer. (Die voor de hand liggende bijnaam had de toenmalige koning te danken aan projecten als de Koninklijke Serres van Laken, het Jubelpark en het Park van Tervuren.) In werkelijkheid waren de buurtbewoners gewoon nog niet vertrouwd met de nieuwe art deco-stijl!
Toch heeft het gebouw tot op de dag van vandaag iets geheimzinnigs. Omdat het een privéwoning is, mag het grote publiek het niet bezoeken. Tot 2002 was het Stocletpaleis de thuis van de erfgenaam van Adolphe Stoclet. Sindsdien is het onbewoond; de familie Stoclet ligt in conflict met het Brusselse bestuur over de bestemming van het gebouw.
Wie was Adolphe Stoclet in godsnaam?
Adolphe Stoclet (1871-1949) kwam uit een rasechte bankiersfamilie en schopte het in 1902 zelf ook tot directeur van de machtige Generale Maatschappij van België of de Société Générale de Belgique. Voor zijn job ging hij regelmatig naar Wenen, waar hij de architect Joseph Hoffmann leerde kennen. En die was, net zoals Stoclet zelf, verzot op avant-gardearchitectuur. Stoclet nam Hoffman in dienst om zijn hoogstpersoonlijke ‘hotel’ te ontwerpen. De architect kreeg carte blanche en … een onbeperkt budget.
Het Stocletpaleis: een totaalkunstwerk
Hoffman had een bende kunstenaars en avant-gardisten onder zijn hoede; de Wiener Werkstätte. Onder leiding van Hoffman namen zij de decoratie van het Stocletpaleis voor hun rekening. Daarbij dachten ze aan de kleinste details. Het paleis is dan ook een totaalkunstwerk, waarvan de tuin, de meubels, de vazen, de deurknoppen en zelfs het speelgoed deel uitmaken. Alleen de meest exclusieve materialen (marmer, verguld metaal, leer …) waren goed genoeg. Het zal je dan ook niet verbazen dat de bouw en afwerking van de villa heel wat tijd in beslag namen (van 1905 tot 1911, om precies te zijn).
Binnen de paleismuren…
Over het interieur van het Stocletpaleis is heel wat te doen, aangezien het grote publiek er geen voet mag binnenzetten. Een bezoekje is alleen voor de happy few weggelegd, zoals Jean Cocteau en George Bush. Doodzonde, toch?
Klimt kijken tijdens het eten
Wat we wél weten, is dat niemand minder dan Gustav Klimt de ‘Stoclet-fries’ ontwierp voor de muren van de eetzaal. Voor deze driedelige mozaïek werden enkel de meest kostbare materialen gebruikt: van marmer en glas tot halfedelstenen. De levensboom staat centraal in de fries, waarvan het ontwerp nu nog te bewonderen is in Wenen.
Verder staat er in de eetzaal naar verluidt een grote tafel te pronken, waaraan met gemak 22 gasten kunnen eten, omringd door lange wandkasten in zwart geaderd portoveneremarmer. Pure luxe!