De Woonbonus werd in 2005 in het leven geroepen om (jonge) gezinnen de kans te geven om betaalbaar een woning te kunnen kopen. Nu zo’n negen jaar later blijkt dat die maatregel niet echt een positieve bonus oplevert.
De Standaard en Het Nieuwsblad concluderen uit een evaluatie van de KU Leuven dat de woonbonus de vastgoedprijzen met ongeveer 28% deed stijgen. De bonus is er dus wel, maar komt niet de juiste mensen ten goede…
Je huis kost 40.000 euro meer dankzij de woonbonus
Je bent een jong gezin en jullie eerst kindje is op komst: hoog tijd om jullie eerste woning te kopen. ‘Gelukkig’ heeft de overheid aan een maatregel gedacht die het jonge mensen makkelijker moet maken. De woonbonus, oftewel een fiscale maatregel die zegt dat je jouw hypotheeklening fiscaal kan aftrekken – een belastingvermindering op je hypotheek m.a.w. – en dat over de hele lengte van je lening. Het voordeel van de woonbonus is afhankelijk van diverse factoren zoals je inkomen en de gemeentebelasting, maar ligt gemiddeld op 25%. Dat komt dus netjes overeen met die stijging van 28% of 40.000 euro op de vastgoedmarkt.
De oorzaak van het probleem is dat iedereen al vóór de aankoop rekening houdt met de woonbonus. Een gezin dat een woning van 220.000 euro wil kopen, zou in principe 3.000 euro belastingvoordeel per jaar kunnen doen. Gespreid over 20 jaar levert dit een voordeel van ongeveer 60.000 euro op. Het is net dat voordeel dat zowel kopers als verkopers bij het aankoopbedrag optellen. Datzelfde gezin kan nu immers een huis van 280.000 euro betalen.
De woonbonus afschaffen of laten uitdoven?
De onderzoekers van KU Leuven zijn echter niet te vinden voor een volledige afschaffing van de woonbonus. Dit zou namelijk leiden tot een zware daling van de vastgoedprijzen met alle nefaste gevolgen van dien. De onderzoekers pleiten er daarom ook voor om de bonus te laten uitdoven over een periode van 20 tot 25 jaar.
Kunnen jonge mensen dan nog een huis kopen?
De woonbonus staat al langer ter discussie en de vraag is maar met welk alternatief de overheid op de proppen zal komen. Er zijn diverse alternatieven, zoals het verlagen van de registratierechten, maar ook die alternatieven zullen een stijging van de vastgoedprijzen in de hand werken. Ook het extra ondersteunen van de huurmarkt lijkt niet aan de orde, want dan betaal je voor de woning van iemand anders en heb je zelf niets in handen.
Ook de politieke partijen denken mee. Zo is Caroline Gennez van S.PA voorstander van de starters woonbonus. Hierbij wordt de huidige woonfiscaliteit herschikt om meer budget vrij te maken voor jonge gezinnen, maar ook voor mensen die na een scheiding een nieuwe start moeten maken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de overheid de afgelopen tien jaar 1,8 miljard spendeerde aan fiscale voordelen voor het aankopen van een tweede woning. Dat geld zou volgens Caroline Gennez beter besteed worden om jonge gezinnen te ondersteunen bij de aankoop van hun eerste woning.
Zelf bouwen, kost de dag van vandaag al snel meer dan 300.000 euro (bouwgrond en btw inclusief), iets wat vele starters dus niet kunnen betalen. Momenteel kiezen veel jonge gezinnen dan ook voor een bestaand (rij)huis dat ze dan over een bepaalde termijn renoveren. En ook dat is één van de alternatieven: het ondersteunen van de renovatiemarkt zodat die gezinnen hun woning makkelijker en vooral sneller naar hun wens kunnen verbouwen.
Als jij een alternatief of oplossing voor de woonmarkt zou moeten bedenken, waar gaat jouw voorkeur dan naar uit? Laat het ons weten via de reacties hieronder of ga de discussie aan op onze Facebookpagina!
Google+